Toelichting op de balans per 31 december 2023

Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling

De jaarrekening is opgemaakt volgens de voorschriften van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) en de standpunten van de commissie BBV.

Algemene grondslagen en resultaatbepaling

  • De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vindt plaats op basis van historische kosten.
  • Voor panden waarvan de verkoop aanstaande is, is een inventarisatie gemaakt van de actuele marktwaarde (Woz-waarde)
  • De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en winsten worden verantwoord in het jaar waarin zij gerealiseerd zijn. Verliezen en risico’s die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar worden opgenomen als zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.
  • Voor de grondexploitatie wordt het resultaat bepaald bij het afsluiten van een complex of wanneer de stand van het werk dit rechtvaardigt. Naar rato van de voortgang van het project wordt tussentijds winst verantwoord volgens de POC-methode. Voor een nadere toelichting op de grondexploitatie verwijzen wij u naar de paragraaf grondbeleid.
  • Dividendopbrengsten van deelnemingen worden als bate genomen op het moment waarop het dividend betaalbaar gesteld wordt.
  • De algemene uitkering uit het gemeentefonds wordt opgenomen op basis van de laatst gepubliceerde accresmededeling van het boekjaar.

Algemene grondslagen voor de Rechtmatigheidsverantwoording
De in de jaarrekening opgenomen rechtmatigheidsverantwoording is opgesteld op basis van de kaders zoals besloten in de financiële verordening en op basis van de kadernota rechtmatigheid. Dat betekent dat:

  • De rechtmatigheidsverantwoording toeziet op de financiële rechtmatigheid van baten, lasten, balansmutaties, alsmede de baten en lasten inzake de specifieke uitkeringen op grond van art. 17 Financiële-verhoudingswet;
  • De financiële rechtmatigheid waaronder het voorwaardencriterium, het begrotingscriterium en het misbruik & oneigenlijk gebruik criterium.

- Voor het voorwaardencriterium bestaat de norm uit het normenkader zoals op 25 januari 2024 door de raad is vastgesteld.
- Voor het begrotingscriterium geldt dat alle overschrijdingen van lasten en investeringskredieten onrechtmatig zijn. Voor over- en onderschrijdingen van baten, onderschrijdingen van lasten en onderschrijdingen van investeringskredieten geldt dat deze als onrechtmatig zijn aangemerkt indien ze niet tijdig aan de raad zijn gemeld. In de inleiding op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening zijn een aantal scenario’s beschreven wanneer deze overschrijdingen acceptabel zijn.
- Ten aanzien van het M&O criterium is het M&O beleid van onze organisatie niet afzonderlijk beschreven. In de reguliere processen zijn toetsen en controles toegepast om misbruik en oneigenlijk gebruik te voorkomen en op te sporen. Omdat alleen bij misbruik sprake is van een onrechtmatigheid zijn eventuele gevallen van misbruik (mits cumulatief met andere fouten of onduidelijkheden boven de verantwoordingsgrens) opgenomen in de rechtmatigheidsverantwoording.

  • De rechtmatigheidsverantwoording is opgesteld binnen de kaders van de kadernota rechtmatigheid 2023 van de Commissie BBV alsmede onze eigen financiële verordening. Dit betekent dat:

- Een verantwoordingsgrens van 3% € 3.277.794 is gehanteerd waarboven cumulatieve fouten en onduidelijkheden in de rechtmatigheidsverantwoording worden opgenomen;
- Een rapporteringstolerantie van € 100.000 is gehanteerd waarboven fouten en onduidelijkheden in de paragraaf bedrijfsvoering worden opgenomen.

Gebruik van schattingen
Bij het opstellen van de jaarrekening worden schattingen en veronderstellingen gedaan die medebepalend zijn voor de opgenomen bedragen. Dit gebeurt in overeenstemming met algemeen geldende grondslagen. De schattingen en hiermee verbonden veronderstellingen zijn gebaseerd op ervaringen uit het verleden en verschillende andere factoren die gegeven de omstandigheden als redelijk worden beschouwd.

Vaste activa
Waardering, activeren en afschrijven

  • De materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs.
  • In de raadsvergadering van 28 mei 2020 is besloten om het activeringscriterium met ingang van het jaar 2020 te verhogen tot € 25.000.
  • Van een bijzonder waardeverminderingsverlies is sprake als de realiseerbare waarde lager is dan de boekwaarde. In dat geval zal de boekwaarde worden afgewaardeerd en dit als extra last in de exploitatie worden genomen.
  • Afschrijving vindt plaats volgens zowel de lineaire als de annuïteitenmethode, naar algemeen aanvaarde grondslagen en is gebaseerd op de verwachte gebruiks- of levensduur.
  • Op nieuwe investeringen vanaf 2017 wordt afgeschreven volgens de lineaire methode
  • De eerste afschrijving vindt plaats in het jaar volgend op het jaar waarin het actief in gebruik wordt genomen.

Immateriële vaste activa

  • De immateriële vaste activa worden gewaardeerd tegen de verkrijgings- c.q. vervaardigingsprijs.
  • De kosten van onderzoek en ontwikkeling worden in 5 jaar afgeschreven.

Materiële vaste activa

  • Bij materiële vaste activa is onderscheid gemaakt naar investeringen met uitsluitend maatschappelijk nut in de openbare ruimte, investeringen met een economisch nut en investeringen met een economisch nut waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven.
  • Bijdragen van derden worden op de desbetreffende investering in mindering gebracht. Vervolgens wordt er dan op het saldo afgeschreven. Dit is de netto-verantwoordingsmethode.
  • Afwaardering van activa met economisch nut vindt plaats als de boekwaarde lager is dan de marktwaarde .

Financiële vaste activa

  • Onder financiële vaste activa vallen de deelnemingen en de overige langlopende leningen. De waardering is tegen de nominale waarde. Dit is de verstrekte waarde, verminderd met aflossingen en andere terugontvangsten.
  • Participaties in het aandelenkapitaal van NV’s en BV’s (kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen) zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs van de aandelen.

Vlottende activa
Voorraden

  • Vanaf 2016 betreffen de voorraden uitsluitend onderhanden werk; de bouwgronden in exploitatie.
  • De onderhanden werken grondexploitatie zijn opgenomen tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs inclusief rente, verminderd met de opbrengst wegens gerealiseerde verkopen.
  • Als er sprake is van een verwacht negatief resultaat, dan wordt voor de dekking hiervan een voorziening getroffen en in mindering gebracht op de boekwaarde
  • De niet in exploitatie genomen gronden vallen onder de materiële vaste activa (zie hiervoor).

Uitzettingen (vorderingen)

De uitzettingen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Jaarlijks wordt aan het college voorgesteld om vorderingen welke als oninbaar moeten worden beschouwd ten laste van het resultaat te brengen. Voor vorderingen die dubieus zijn wordt een voorziening gevormd. Deze voorziening wordt in mindering gebracht op de vordering.

Liquide middelen
De liquide middelen zijn tegen de nominale waarde opgenomen.

Overlopende activa
De waardering van de overlopende activa vindt plaats tegen nominale waarde.

Vaste passiva

Eigen vermogen
Het eigen vermogen bestaat uit de algemene reserve, de bestemmingsreserves en het gerealiseerd resultaat volgend uit het overzicht van baten en lasten. Het resultaat wordt afzonderlijk opgenomen als onderdeel van het eigen vermogen. Reserves worden gevormd overeenkomstig de door de raad genomen besluiten.

Voorzieningen
De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Een uitzondering hierop is de voorziening voor wethouderspensioenen. Deze voorziening is gewaardeerd tegen de contante waarde.

Vaste schulden
De vaste schulden zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde (hoofdsom) verminderd met het totaal van de gedane aflossingen. De vaste schulden hebben een rente typische looptijd van één jaar of langer.

Vlottende passiva

Kortlopende schulden

Voor ontvangsten vanuit de Participatiewet (Bbz en Tozo), de (nog) niet bestede bijdragen van Rijk en provincie zijn terugbetalingsverplichtingen opgenomen. De kortlopende schulden bestaan verder uit kasgeldleningen, banksaldi en overige schulden. Waardering vindt plaats tegen nominale waarde.

Overlopende passiva
De waardering van de overlopende passiva gebeurt tegen nominale waarde.

Niet uit de balans blijkende verplichtingen

Buiten de balanstelling zijn opgenomen:

  • De bedragen waartoe borgstelling of garantstellingen zijn verstrekt. Het betreft hier waarborgen van geldleningen die zijn verstrekt aan derden.
  • Langlopende contracten waaraan de gemeente voor een aantal toekomstige jaren is verbonden.
  •  Continuïteitsveronderstelling.

De jaarrekening is opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling.
Dat wil zeggen dat bij de waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat wordt uitgegaan van de veronderstelling dat de activiteiten waarvoor deze dienen, worden voortgezet.

Deze pagina is gebouwd op 06/21/2024 13:09:55 met de export van 06/21/2024 13:03:36