Onderstaand zijn in een tabel de onderdelen benoemd die tot het weerstandsvermogen mogen worden gerekend. Het onderscheid naar een structurele en een incidentele weerstandscapaciteit wordt niet meer gemaakt omdat er geen onderscheid meer bestaat tussen incidentele en structurele risico's.
Weerstandsvermogen | Begroting 1-1-2023 | Rekening 31-12-2023 |
---|---|---|
1. Weerstandsdeel Algemene Reserve (WAR) | 12.215.849 | 12.769.131 |
2. Vrije Algemene Reserve (VAR) | 4.194.085 | 7.404.807 |
3. Bufferreserve gronden | 2.407.535 | pm |
4. Onbenutte belastingcapaciteit | 0 | 0 |
Totaal weerstandscapaciteit | 18.817.469 | 20.173.938 |
Toelichting weerstandscapaciteit
Uit de tabel blijkt, dat de weerstandscapaciteit volgens de jaarrekening per
31-12-2023 met circa € 1.356.000 is toegenomen ten opzichte van de begroting per
1-1-2023. Dit wordt enerzijds veroorzaakt door een toename van de WAR van afgerond € 553.000 en een toename van de VAR van afgerond € 3.211.000. Anderzijds wordt in de berekening van de weerstandscapaciteit, in overleg met de provincie, geen rekening meer gehouden met de bufferreserve gronden ad € 2.408.000 (stand begroting 1 januari 2023).
De WAR geeft het weerstandsdeel voor algemene financiële tegenvallers aan. Deze reserve is een algemene buffer en niet vrij aan te wenden. Het saldo van de WAR bedraagt per 31 december 2023 € 12,8 miljoen.
De VAR is ingesteld om eventuele rekeningtekorten op te vangen. Het minimum van de VAR wordt naar aanleiding van de Nota Reserves en Voorzieningen 2024 gesteld op 1% van de begroting.